Druiven
In een koel klimaat als het onze is een goede manier om druiven te kweken tegen een beschutte, zonnige muur. Span boven elkaar draden met ongeveer dertig centimeter ertussen en plant de druif bij de muur. De horizontale takken kunnen elk jaar worden aangebonden en na de oogst teruggesnoeid tot bij de hoofdstam. In een tuin op het zuiden is het ook mogelijk een druif over een pergola te laten groeien.
Bij droog weer dient voldoende water te worden gegeven, tijdens het rijpingsproces minder. In de zomer dient de bladgroei te worden beperkt om voor de vruchten meer voeding over te laten. Snoei de takken zonder vruchten tot op ongeveer vijf bladeren en snoei de takken met vruchten tot op ongeveer twee bladeren na de laatste tros. Bij veel trossen kunt u het aantal trossen beperken tot een per dertig centimeter. Verwijder zijscheuten. In de winter snoeit u de zijtakken terug tot op ongeveer twee knoppen van de hoofdstam. Indien de druif tegen een muur groeit, kunt u de hoofdstam terugsnoeien tot een knop onder de bovenste draad. Om de vorming van lagere scheuten te bevorderen kunt u vervolgens de hoofdstam, tot wanneer hij weer begint uit te lopen, horizontaal binden. Controleer de plant regelmatig op meeldauw en grauwe schimmel. Indien de plant is aangetast verwijdert u de aangetaste bladeren en bespuit u de plant met het middel dat hiertegen verkrijgbaar is. Preventief spuiten is ook een mogelijkheid.